Vakgroep: Vereniging Voor Rijscholen en Instructeurs (VVRI)

4

Betreft: Voorstelpakket maatregelen om de rijschoolbranche weer gezond te maken.

Inleiding

De rijopleiding in Nederland wankelt. Er worden te weinig goede rijinstructeurs opgeleid. Er wordt vaak op een te laag niveau lesgegeven. Het vak van rij-instructeur heeft weinig aanzien. De arbeidsvoorwaarden zijn vaak slecht, de lonen zijn laag en er worden te veel lange dagen gemaakt. Toch doen de meeste rijinstructeurs hun werk met veel plezier en dat vaak vele jaren. Wat de meeste rijinstructeurs als voordeel zien is de vrijheid om het eigen werk gestalte te geven, de individuele contacten met leerlingen en het opleiden tot een concreet doel. Dat maakt het vak van rijinstructeur dan ook zo bijzonder. Als rijinstructeur heb je zowel de getalenteerde als de minder getalenteerde in de auto. Het is een uitdaging om ook de minder getalenteerde aan het rijbewijs te helpen.

De branche

Wat moet er gebeuren volgens VVRI om onze branche te verbeteren:

  • Opleiding voor rijschoolhouder:
  • Er moet een verplichte opleiding voor de ‘rijschoolhouder’ komen. In ieder geval de basisvaardigheden van het ondernemen moeten daarbij aan de orde komen. Zoals het pakket boekhouding, omgaan met het CBR systeem, personeelszaken, enz.
  • Eisen stellen aan de opzet van een rijschool:
  • Minimum uurtarief voor een rijles € 60.
  • CAO voor rijinstructeurs in loondienst:
    • Als wij goede rijinstructeurs willen aantrekken, moeten er betere arbeidsomstandigheden komen. Op dit moment maken rijinstructeurs lange dagen waardoor de kwaliteit van lesgeven minder wordt. Daardoor kan de verkeersveiligheid niet altijd goed gewaarborgd worden.
    • Veel rijschoolondernemers die herkennen dat het kapitaal van hun onderneming het personeel is. Is deze tevreden dan straalt dat uit op de leerlingen en op de gehele rijschool. Dat wordt natuurlijk ook gemerkt in de omzet.
    • Helaas hanteren veel rijschoolhouders een heel ander beleid, gericht op zoveel mogelijk winst maken, en zij worden daarbij door wettelijke regelingen nauwelijks gecorrigeerd. Er is helaas geen CAO en de rijinstructeurs moeten daarvoor individueel voor de arbeidsvoorwaarde onderhandelen.
    • Als de verdiensten in de rijschoolbranche voor de instructeurs in loondienst en de ZZP-ers omhoog gaat en de arbeidsvoorwaarden voor rijinstructeurs in loondienst goed geregeld zijn in een CAO, zal dit een positieve effect hebben op de gehele rijschoolbranche en direct ook op de verkeersveiligheid.
    • Het artikel welke regelt dat rijinstructeurs geen ontslagbescherming hebben schrappen of zodanig aanpassen dat de rijinstructeur wel ontslagbescherming heeft.
  • BTW en BPM afschaffen of verlagen:
    • Er hoeft geen BPM betaald te worden voor ondernemers die met een bestelauto rijden omdat deze beroepsmatig wordt gebruikt . Voor personenauto’s die zakelijk worden gebruikt geldt dit niet . Dit zou ook voor een lesauto moeten gelden. Ook dit voertuig wordt puur zakelijk gebruikt en een bestelauto voor het lessen is niet mogelijk. Ook de lage btw-tarieven die gelden voor ‘arbeidsintensieve beroepen’ zouden ook voor de rijschoolbranche moeten gelden. In een lesauto kan een rijinstructeur hoe goed hij ook is slechts aan een persoon tegelijk lesgeven. Door de kosten van een rijschoolhouder te verlagen, ontstaat er de benodigde ruimte voor een kwaliteitsimpuls en voor betere arbeidsomstandigheden.
  • Garantiefonds Rijscholen voor gedupeerde leerlingen:
    • Bij het volgen van een rijopleiding komt het geregeld voor dat leerlingen een lespakket kopen en vooraf betalen. Wanneer een rijschool door omstandigheden zoals een faillissement niet meer in staat is die lessen aan te bieden, treedt het Garantiefonds Rijscholen in werking. Leerlingen die een lesovereenkomst hebben bij de betreffende rijscholen en aan de hand van een leskaart kunnen laten zien op hoeveel rijlessen zij nog recht hebben, worden door het Garantiefonds Rijscholen schadeloos gesteld.
  • Garantiefonds Rijscholen gesubsidieerd door de overheid.
  • (Betaalbare) verzekering voor rijinstructeurs bij ziekte of eventueel arbeidsongeschiktheid.
  • Alle schade aan de lesauto tijdens de toets, praktijkexamen en/of medische toets valt voor rekening van CBR of IBKI, niet van de rijschool.

  • Minimaal opleiding verhogen naar MAVO voor rijinstructeuropleiding B.
  • Het aanpassen van rijinstructeuropleiding B (zie verder punt 4 Rijinstructeur worden)
  • In plaats van praktijkbijscholing examen daarvoor een opfriscursus, zonder sanctie.
  • Herinvoeren van theorie-instructeur: Haal de theorieopleiding uit de basiscursus en voer een extra cursus in voor het mogen geven van een theorieopleiding in brede zin.
  • VOG regels aanpassen en de geldigheid van WRM pas:
    • Bij het afronden van WRM-bijscholing. Mag je niet je bevoegdheid verliezen door dat je te laat je VOG inlevert.
    • Als je geen VOG kan inleveren voor het moment dat je bevoegdheidspas verloopt, wordt je bevoegdheidspas ongeldig verklaart tot je een geldige VOG kan aantonen.
    • Waarom je bij geen elke vak je diploma kan kwijt raken en bij rijinstructeurs wel.
  • Opleiding voor IBKI examinatoren.
  • Examenwachttijd moet korter (meer mogelijkheid voor examen locaties).
  • Een onafhankelijke klachtencommissie tussen de rijinstructeurs, IBKI en de examinatoren.

  • Examinator van CBR moet ook WRM opgeleid worden om examinator te mogen worden:
    • Zowel examinatoren als rijinstructeurs zouden een basisopleiding WRM moeten volgen.
    • Een vervolgopleiding kan de examinator daarna intern bij het CBR doen.
  • Examinatoren moeten beoordeeld worden door een onafhankelijke instantie dus niet door CBR zelf.
  • Een onafhankelijke klachtencommissie tussen de rijinstructeurs, CBR en de examinatoren.
  • Wachttijden voor examens verkorten bij het CBR.
  • Onbeperkt wisselen van examens tussen je eigen capaciteit.
  • Examens kopen en gelijk afbetalen ter voorkoming van manipulatie van het reserveringssysteem.
  • Examen 72 uur annuleren en etaleren.
  • Een onafhankelijke klachtencommissie tussen de rijscholen en CBR.
  • De slagingspercentage van de rijexaminator moet kunnen worden aangetoond bij geschillen tussen de rijscholen en de examinator.
  • Het CBR mag geen adviezen uitbrengen over de lesprijzen en het aantal rijlessen.
  • Het CBR mag de samenwerking tussen kleine rijscholen niet blokkeren in vergelijking met de grotere rijscholen. Kleine rijscholen moeten de mogelijkheid hebben om onderling examens te kunnen wisselen.

Ook de opleiding die rijinstructeurs volgen moet bekeken en aangepast worden . De opleiding tot rijinstructeur is verdeeld in drie fases:

  • Fase 1:
    • 1a: Theorie van de rijtaak, met vakken als wetgeving, RVV, verkeersveiligheid, rijprocedure, etc. Dit examen is akkoord. Was in de vorige WRM techniek nog een belangrijk onderdeel, is in het huidige WRM teruggebracht tot het noodzakelijke. Ook onderwerpen, zoals PR, die voor het werk van een rijinstructeur belangrijk zijn, hebben een prominentere plek gekregen.
    • 1b: Rijproef (eigen rijvaardigheid). Ook dit examen kan in de huidige vorm blijven. De nadruk ligt op de voertuigcontrole (waaronder de bijzondere verrichtingen), veiligheid, sociaal rijden, doorstroming, milieu en de benoeming van de taakprocessen. Een goede rijinstructeur zou moeten behoren tot de top van beste chauffeurs van Nederland.
  • Fase 2:
    • 2a + 2b: Didactische vaardigheden. Vroeger was dit één examen, nu is het gesplitst in twee examens. Inhoudelijk is er niet veel veranderd, qua hoeveelheid leerstof wel. Deze fase is voor de meeste kandidaten rijinstructeurs te hoog gegrepen, want is inhoudelijk op een te hoog niveau. Ook later als rijinstructeur wordt het geleerde maar gedeeltelijk in de praktijk gebracht. Belangrijk onderdeel van het examen is lesgeven aan een groep. 95% van de rijinstructeurs staat nooit voor de klas en geeft uitsluitend individueel les. De twee examens kunnen weer terug gebracht worden tot één examen, namelijk 2a. Behoud de belangrijkste principes en laat de overbodige ballast weg. Concentreren op de praktijk rijinstructeur en geef een aparte cursus (bijscholing) voor theorie rijinstructeur.
    • Suggesties:
    • Bij 2b: Kan een nieuw examen ontwikkeld worden, namelijk: bedrijfsmanagement. De vakken die er in moeten komen zijn o.a. marketing en strategie, stichten van een eigen bedrijf, aansprakelijkheid, verzekeringen, faillissementsrecht, ondernemingsplan, (motorrijtuigen) belastingen, facturatie etc.
  • Fase 3
    • De stage. Verplicht zijn 5 uren passieve stage (achterin meerijden tijdens een les) en 35 uren actieve stage (zelf lesgeven). Dit is een belangrijke fase, want hierin laat de kandidaat zien hoe hij het geleerde in de praktijk kan brengen. Toch staan rijscholen niet te wachten op stagiaires.
    • Het hebben van stagiaires heeft een aantal nadelen. Het kost meer tijd. Er komt nogal wat administratief werk bij kijken, namelijk: de lessen moeten geëvalueerd worden met de kandidaat en het examen van de kandidaat kost een halve dag. De rijschoolhouder loopt meer risico, omdat een niet ervaren stagiair voorin de auto lesgeeft, terwijl de stagementor op de achterbank niet direct kan ingrijpen.
    • Leerlingen staan er niet altijd op te wachten. Zij betalen de volle lesprijs en willen les krijgen van een ervaren rijinstructeur. Al met al meer nadelen dan voordelen. Ook als er een stagevergoeding wordt gegeven houden veel rijscholen de boot af.
    • Een ander nadeel is dat er geen controle is op hoe de stage wordt gegeven. De ervaring leert dat de zorgvuldig opgebouwde theoretische kennis later in de 40 uur stage volledig wordt afgebroken en vlak voor het examen een crashcursus noodzakelijk is.
    • Suggesties:
      • Voordat de cursisten stage gaan lopen, moeten ze alle praktijklessen goed leren en op elkaar oefenen, zodat je voorkomt dat cursisten zich alleen gaan focussen op de lesonderwerp die zij tijdens hun examen willen laten zien. En de examens moeten weer vanuit IBKI locatie’s afgenomen worden, waardoor de examinator goed op de hoogte is van welke lesonderwerp gegeven kan worden in de buurt. De examinator mag dan zelf bepalen welke lesonderwerp hij van de cursist wilt zien.  Het examen kan gewoon afgenomen worden met een kandidaat die een rijbewijs heeft zodat alle lessen mogelijk zijn.
      • Na het examen, als de leerling geslaagd is, dient hij nog minimaal 20 uur stage te lopen bij een rijinstructeur die minimaal 3 jaar in het bezit is van zijn bevoegdheidspas. Dit kan ook gecontroleerd worden door steekproeven in te plannen. Na het inleveren van een stageportfolio, als alles gedaan is volgens de planning krijgt de cursist zijn bevoegdheidpas opgestuurd.
      • Op de voorwaarde hoe de stage nu wordt gevraagd, willen rijschoolhouders en instructeurs geen stagiaires aannemen. Zij zijn te bang dat er een onervaren persoon naast hun leerling zit, en dat ze een te grote risico nemen. Meestal zit een leerling daar echt niet op te wachten om les te krijgen van een stagiaire. Hierbij wordt geen van die partij beter van.
      • Als de stage wordt gedaan nadat de leerling geslaagd is voor zijn praktijkbeoordeling. Zullen meer rijschoolhouders en rijinstructeurs vertrouwen hebben om zo een stagiaire aan te nemen. Misschien kan het zelfs een begin zijn van een samenwerkingsverband waarbij de stagiaire gelijk aan de slag kan als rijinstructeur bij zijn stageopleider.
      • In het huidige examen worden 34 onderdelen van een praktijkles beoordeeld. Veel van deze onderwerpen staan veraf van de praktijk en er is weinig ruimte voor je eigen stijl en manier van lesgeven. Velen  zien het als een toneelstuk dat ingestudeerd  moet worden. Het examen is een manier van hoe een les kan worden opgebouwd, niet dé manier. Leerlingen zijn niet allemaal hetzelfde. Het is aan de rijinstructeur om de methode te kiezen die het beste bij zijn leerling past.

Uw praktijkbegeleiding moet een voldoende als resultaat hebben. Dit mag de eerste praktijkbegeleiding zijn, de eerste of tweede herkansing. U mag namelijk twee keer herkansen. Maar om een geldige WRM-bevoegdheidspas te houden, moet u daarnaast ook:

  • Zes dagdelen (dagdeel = drie uur) theoretische bijscholingscursussen in vijf jaar volgen (zonder IBKI-toets/examen).
  • Vóór uw verloopdatum een geldige en originele VOG bij IBKI aanleveren.

De geldigheid van uw nieuwe pas sluit aan op de geldigheidsperiode van uw huidige pas. De nieuwe pas wordt ongeveer een week vóór de verloopdatum van uw huidige pas toegezonden. Als de derde praktijkbegeleiding (de tweede herkansing) onvoldoende is, krijgt u onder bepaalde voorwaarden een verlenging van uw WRM-bevoegdheid met 6 maanden. U moet dan een onvoldoende voor die derde praktijkbegeleiding hebben, en daarnaast op tijd: 6 unieke dagdelen theoretische bijscholing hebben gevolgd en een originele en geldige VOG bij IBKI hebben aangeleverd. Als u aan deze drie voorwaarden hebt voldaan, wordt de geldigheid van uw WRM-bevoegdheid door IBKI met 6 maanden verlengd. Deze 6 maanden verlenging sluit aan op de verloopdatum van uw WRM-bevoegdheidspas. Als u te weinig dagdelen theoretische bijscholing hebt gevolgd en/of minder dan drie praktijkbegeleidingen met een onvoldoende hebt afgelegd en/of niet op tijd een originele geldige VOG bij IBKI hebt aangeleverd, verloopt de geldigheid van uw bevoegdheid. U krijgt dan geen verlenging met 6 maanden. Uw bevoegdheidspas wordt direct door het IBKI ongeldig verklaard (dus niet aan het eind van de vijf jaar geldigheid van uw pas). U kunt dan via het herintredertraject weer bevoegd worden.

  • Suggesties:
    • In plaats van praktijkbijscholing examen daarvoor een opfriscursus, zonder sanctie.
    • Bijscholing is voor iedere beroepsgroep goed, ook voor de rijinstructeur. Het verkeer verandert, de wetgeving verandert, de mens verandert en daarom moet de rijinstructeur meeveranderen. Maar waarom zijn baan en zijn inkomen afpakken als niet precies volgens het protocol wordt lesgegeven? Is er geen systeem te bedenken waarbij de rijinstructeur in een bepaalde periode (bijvoorbeeld 5 jaar) een minimum aantal punten moet verzamelen? Er zijn punten te verdienen voor het volgen van theoriedagen, het geven van een praktijkles of het volgen van een praktijkexamen. Voor examens zijn er verschillende aantal punten te verdienen: als het goed gaat, meer punten dan wanneer het minder goed gaat. Op deze manier moet je misschien vaker praktijk doen voor je punten.

  • Om de branche verder vooruit te helpen, kunnen er een aantal zaken worden geregeld. Permanente educatie voor veel werkers in het verkeer en vervoerssector geldt een verplichte nascholing. De vrachtautochauffeur (code 95 ) en ook de rijinstructeur. Deze permanente educatie kan ook voor de rijbewijsbezitter worden ingevoerd. Iedere 10 jaar als het rijbewijs wordt vernieuwd moet de aanvrager ook een bijscholing hebben gevolgd. Theorie en of praktijk. De verplichte educatie kan al vóór het behalen van het rijbewijs beginnen door op de basisschool al theoriecursussen aan te bieden en uit te breiden op de middelbare school, waarbij dan het theoriecertificaat kan worden behaald.

Partners

Chat openen
Hallo, kunnen wij je helpen? wij geven zo snel mogelijk antwoord.
VVRI.NL